De kunstbeurs Art Rotterdam vond dit jaar voor de 25ste keer plaats. Een groot feest werd het niet. De beurs past niet meer in de Van Nelle en zal volgend jaar verhuizen naar de Ahoy. Dat de beschikbare ruimte in de Van Nelle voor de beurs te krap is bleek bijvoorbeeld uit het ontbreken van de presentatie van genomineerde kunstenaars van de NN Art Award. Die presentatie was altijd een museaal rustpunt op de volle beursvloer, maar is dit jaar verhuisd naar de Kunsthal. Al eerder was de aparte presentatieruimte voor video- en mediakunst verdwenen. Ook de vloer voor niet-commerciële presentatie-instellingen Intersections werd al enkele jaren geleden gesloten. Hopelijk komt er volgend jaar in Ahoy veel ruimte voor speciale presentaties, naast het aanbod van reguliere galeries. Van de honderd galeries op de beursvloer, Nederlandse en buitenlandse, kwamen er dit jaar negen uit Rotterdam, om en nabij het gebruikelijke aantal. Nieuw was CHAxART Gallery uit de Van Vollenhovenstraat, een galerie met sterke Chinese wortels.
Om toch een feestelijk tintje aan deze jubileumaflevering van Art Rotterdam te geven werden twee bijzonderheden gemeld: een nieuwe sectie Artistic Matter en daarnaast mocht Galerie Ron Mandos haar vijfentwintigjarig bestaan vieren met een presentatie van eerder getoonde, toen net-afgestudeerde kunstenaars. De aandacht voor deze speciale presentaties leek wat overtrokken. Een nieuwe sectie op de beurs die slechts uit één galerie bestaat is niet zo’n sterke selectie. En hoewel Galerie Ron Mandos (voorheen Rotterdam, nu Amsterdam) een voortreffelijke galerie is kan men een 25-jarig bestaan niet zo’n bijzondere prestatie noemen. Volgens het Onderzoek Kunstmarkt 2021 bestaat 40% van de galeries in Nederland langer dan 25 jaar.
Lapje grond
De meest aantrekkelijke plek om na de beurs Art Rotterdam het verdere aanbod van de Rotterdam Art Week te bezoeken was wel het M4H-gebied. Alleen al het lapje grond tussen de Keilestraat en de Keilewerf was vol artistiek vertier. De grote trekker daar was Brutus, deze keer in grote vorm met een solo van beeldhouwer Folkert de Jong, met een echt verwoest huis van Marjan Teeuwen, met Disco Inferno en The Elysian Field van Atelier Van Lieshout zelf en met de ‘residents’ in het Brutus Lab. Daarnaast bood Brutus opnieuw gastvrijheid aan de tentoonstelling Transitions van de organisatie The New Current met 25 soms grootschalige installaties die goed pasten in de rauwe, hier en daar zelfs desolate ruimten van Brutus. Alsof dat nog niet voldoende was had Brutus in het tegenovergelegen kunstenaarscollectief Kunst & Complex een tentoonstelling Snoeshanen georganiseerd, “hosted in Joep van Lieshout’s private studio”, een groepstentoonstelling met werk dat goed paste bij de persoonlijke fascinaties van deze kunstenaar.
Naast Brutus was Rotterdam Photo neergestreken, na enkele jaren op het Deliplein en het Willemsplein te hebben vertoefd. De containers met Nederlandse en veel buitenlandse fotografen stonden op de betonnen grondplaat van het afgebrande complex Keilewerf 1. In het nabijgelegen Keilepand was opnieuw de fotobeurs Haute Photographie te zien en er bleek wat nieuwe horeca in dat pand te zitten. Nieuw voor de Art Week was de deelname van het nabijgelegen Katoenhuis. Een samenwerking van Tec Art (de Enschedese organisatie die de afgelopen jaren tijdens de Rotterdam Art Week steevast te gast was in WORM) met Lumus Instruments, een vaste gebruiker van dit pand. De grote lichtinstallaties pasten voortreffelijk in de megagrote ruimten van dit oude katoenpakhuis. Deze installaties “at the junction of art and technology” hadden geen last van de benauwenis van WORM, maar kregen echt de ruimte. Ook The New Current om de hoek bij Brutus toonde werken die gerelateerd zijn aan ‘art and technology’, waarbij goed te zien was dat The New Current meer aan de kunstkant zat en het Katoenhuis aan de technologische kant. Goed om ze naast elkaar te zien.
En dan waren op deze plek in de stad ook het makerspand Keilewerf 2 en het kunstenaarsinitiatief Kunst & Complex enkele dagen open. Het gebied rondom de Voedseltuin tussen Keilewerf en Keilestraat bood al met al voldoende om een dag zeer uiteenlopende kunst te zien. En dan vonden we op loop- en fietsafstand nog de designbeurs Object in het HAKA-gebouw, de tentoonstelling Design Sediments in De Huidenclub in het Diepeveenpand, de kunstbeurs van Unity in Diversity in de Schiecentrale en de jaarlijkse Open Studio’s Borgerstraat, die naast de eigen kunstenaars ook fotografen van het Huis van de Fotografie (eerder op de Westersingel) gastvrijheid boden. Een enorm en rijk aanbod.
Er ontstond tijdens de Rotterdam Art Week een duidelijk beeld: beeldende kunst zit tegenwoordig aan de westkant van de stad, in en rondom M4H en Delfshaven. In het centrum was tijdens de Rotterdam Art Week zo goed als niets te doen, buiten het reguliere aanbod om. Een uitzondering was de presentatie van Art Central Rotterdam XL van Rotterdamse galeries en presentatieplekken: 30 kunstenaars in twee leegstaande winkelruimten in de Koopgoot. Omdat de Art Week dit jaar samenviel met het filmfestival IFFR presenteerden enkele galeries in het centrum een ‘installatie’ waarbij de disciplines film en beeldende kunst elkaar raakten. De installatie in de hal van Rotterdam Centraal was deze keer een stuk publieksvriendelijker dan vorig jaar, een parodie op een YouTube-instructiefilm met yogalessen. Maar een bankje om even rustig naar deze film te kunnen kijken kon er op het CS opnieuw niet vanaf. Waarom zo publieksonvriendelijk?
Grote kunstenaarsorganisaties als Karmijn en Werklicht hadden zich nu (naast een kleine presentatie op de Wilhelminapier) geconcentreerd in De Kaai, de leegstaande Unileverfabriek aan de Nassaukade op Feijenoord. Een goede plek waar de kunstwerken visueel moesten concurreren met opschriften en veiligheidsinstructies en achtergebleven installaties van de oude fabriek. Die concurrentie maakte de presentatie spannend. Ik bezocht daarnaast nog één deelnemer aan de Art Week in Kralingen (Designstudio Doen) en een deelnemer (Stinkhond) op de Wilhelminapier, maar alles wijst op het verdwijnen van beeldende kunst uit Centrum en Oost. De sluiting van musea in het centrum, de aanstaande verhuizing van TENT naar het Coolhaveneiland, het verdwijnen van het VVV-kantoor (Rotterdam Tourist Info) aan de Coolsingel maakt het beeld ook duidelijker: Rotterdam heeft, op wat grote theaters na, cultuur in het centrum afgeschreven.
Gentrificatie
De opvallend sterke concentratie van beeldende kunst tijdens de Rotterdam Art Week in het westen van de stad was voor de bezoeker aangenaam, maar roept ook vragen op. Op korte termijn: wat blijft er van de initiatieven in dit gebied over als de kunstbeurs Art Rotterdam van Van Nelle naar Ahoy verhuist? Het beurspubliek dat de afgelopen jaren makkelijk van de Van Nelle naar het M4H-gebied reisde heeft straks auto of OV-fiets op een heel andere plek in de stad geparkeerd. Gaat dat publiek nog naar M4H en Delfshaven? Of ontstaat er straks een nieuwe dynamiek op Zuid en gaan kunstenaars en organisatoren zich richten op de omgeving van Ahoy?
Op lange termijn doen zich ook vragen voor. M4H is een ontwikkelgebied en heeft nu nog veel mooie, grote en vaak oude ruimtes voor onder andere beeldende kunst beschikbaar. Willen de ontwikkelaars die straks het gebied gaan herbestemmen die beschikbaarheid handhaven? Ongetwijfeld gaat M4H en omstreken gentrificeren (kijk maar naar de nieuwe appartementsblokken aan de oostkant van het Dakpark naast Diepeveen). Wat betekent dat voor beeldende kunst? Als hier geen speciaal beleid op wordt ontwikkeld zullen culturele initiatieven door aanhoudende huurverhogingen worden weggejaagd, zoals al weer een tijdje in het centrum van Rotterdam te zien is. Wordt Central District, de panden rondom het Delftseplein, de test case? Er wordt nu beloofd dat de creatieve ondernemers daar kunnen blijven. We zullen zien of kunst en cultuur de krachten die projectontwikkeling oproept kunnen weerstaan. De ervaringen tot nu toe wijzen daar niet op. En zelfs een eenmaal met de beste intenties ontwikkeld pand wordt daarna snel doorverkocht en nieuwe eigenaren zien het pand alleen als beleggingsobject. Kunst en cultuur zijn niet bestand tegen zuiver rendementsdenken.