Recensie

Art Week Rotterdam 2018

Een festival dat zich niet vernieuwt krijgt sleetse plekken. Naast vertrouwde elementen heeft een festival nieuwe trekkers nodig. Dat geldt ook voor de Art Rotterdam Week, het grootste jaarlijkse festival voor beeldende kunst en vormgeving dat de stad Rotterdam kent. Een beknopte nabeschouwing over vertrouwde en nieuwe elementen in de kunstweek van februari dit jaar.
Door
Hugo Bongers

Een kunstbeurs bestaat meestal uit verschillende ‘secties’. Zo proberen alle grote kunstbeurzen in de wereld om het moe-makend grote aanbod van duizenden sterk verschillende kunstwerken op de beperkte plek van een beurs overzichtelijk te houden. Zo ook ‘onze’ beurs Art Rotterdam in de Van Nellefabriek. Art Rotterdam voerde enkele vernieuwingen door, zo werd in de publiciteit vooraf aangekondigd. Niet iedere vernieuwing beviel me. Intersections, de afdeling die voorheen buiten de eigenlijke beurs gratis toegankelijk was en waar veel kunstenaarscollectieven en –initiatieven zich presenteerden, was nu binnen de beurs getrokken en veel kleiner geworden. Op de gedrukte plattegrond van de beurs had deze sectie nog wel een eigen kleurtje, maar op de beursvloer waren haar stands niet of nauwelijks te onderscheiden van de overige, commerciële stands. De nieuwe sectie Commonities had een eigen ‘curator’ in de persoon van Lorenzo Benedetti (voorheen de Vleeshal in Middelburg en de Appel in Amsterdam, nu werkzaam in Kunstmuseum Sankt Gallen). Deze curator “verbindt galeries op basis van thematiek en materialiteit” meldt de programmakrant, maar de galeriehouders die ik er in deze sectie naar vroeg hadden niet of weinig van Benedetti gemerkt. Ze presenteerden gewoon het werk dat ze zelf het beste dachten te kunnen verkopen en ja, daarvoor sta je als handelaar ook wel op een beurs. Aan de achterkant van hun stands was een open verbinding gemaakt; daardoor zouden de werken op de achterwand van de stands een dialoog met elkaar aangaan, zo was de bedoeling. Maar ook dat werkte veelal niet, want de galeriehouders leken niet erg op zo’n dialoog uit te zijn. 

Op deze sectie Commonities presenteerde zich een spiksplinternieuwe Rotterdamse galerie genaamd ‘Young Blood Gallery’. (Hoe lang kun je zo’n naam blijven gebruiken?) Zo te zien bestaat er een sterke band tussen deze galerie en de winkel in mooie en lekkere Rotterdamse waren, Groos in het Industriegebouw aan de Goudesingel. Ik ben benieuwd naar het tentoonstellingsprogramma van Young Blood de komende tijd. Rotterdam is toe aan nieuwe galeries, want er gaan er binnenkort een paar dicht. 

De aangekondigde vernieuwingen op de beurs Art Rotterdam in de Van Nellefabriek vielen wat tegen, de gesuggereerde verschillen tussen de secties zijn toch beperkt. Dat neemt niet weg dat de hele beurs met al zijn secties, met de afdeling voor videoprojecties, met de presentatie van 78 jonge kunstenaars door het Mondriaan Fonds, met zijn 120 galeries uit binnen en buitenland, toch weer een groot feest is. Je wordt doodmoe van zoveel kunst, maar het niveau ligt hoog en galeries doen hun best op deze meest prestigieuze beurs van contemporaine kunst in Nederland. Met 26.500 bezoekers was het wel dringen op deze 19e aflevering van Art Rotterdam, zeker in het weekend. 

Minder druk was het op een spiksplinternieuwe beurs in de Cruise Terminal op de Wilhelminapier die onder de naam Qade werd gepresenteerd. Daar stonden 25 Nederlandse galeries die niet in de Van Nellefabriek aanwezig waren. Op Qade presenteerden ze elk gemiddeld twee kunstenaars waarvan relatief veel werk werd getoond. De ruime opzet van deze beurs in combinatie met de brede presentatie van vijftig kunstenaars in evenzovele solotentoonstellinkjes maakte Qade tot een prettige, sterke beurs. Hopelijk komt die de komende jaren terug en compenseert daarmee het wegvallen van de beurs Rotterdam Contemporary die dit jaar niet langer kon worden georganiseerd. In het tegenovergelegen gebouw Las Palmas was, naast het Nederlands Fotomuseum, voor de derde keer de fotobeurs Haute Photographie neergestreken. Kahman Gallery uit Amsterdam presenteerde daar in vorige jaren werk van eigen en andermans fotografen, naast veel ouder en klassieker werk. De beurs was deze keer actueler dan vorige keren; er deden nu twaalf goede fotogaleries aan mee. Ook hier veel nevenactiviteiten met als thema fotografie. In combinatie met de nieuwe beurs Qade in de Cruise Terminal en met de fotopresentaties van Rotterdam Photo in containers op het Deliplein was het in dit deel van de stad gezellig druk. 

Het lijkt me van belang dat Art Rotterdam Week twee sterke kernen heeft: de ene kern in het noordwesten van de stad, rondom de Van Nellefabriek en het M4H-gebied langs de Vierhavensstraat, de andere kern op de Linker Maasoever, in het gebied Wilhelminapier/Katendrecht. Shuttlebusjes brachten de bezoekers gratis heen en weer langs de hele route, waarbij het Museumpark niet werd overgeslagen en dus ook het stadscentrum met het brede aanbod in de musea en kunstinstellingen werd meegenomen. Op die manier verspreid je het festivalvirus stevig door de stad. Dat is nodig, want Art Rotterdam Week is een festival en dat gedijt het best als er op allerlei plekken in de stad iets gebeurt, als er levendige sfeer heerst en niet alles op één centrale plek is geconcentreerd. Het heeft meerwaarde om de stad breed bij een festival te betrekken: uitstraling, stadspromotie, economie. Er waren tijdens de Art Rotterdam Week opnieuw allerlei activiteiten buiten de beurzen en de musea om, musea die overigens terecht met veelal opvallende tentoonstellingen en nevenactiviteiten gebruik maken van de tijdelijk sterk op Rotterdam geconcentreerde aandacht.

Van de vele nevenactiviteiten vielen de Open Studio’s Borgerstraat op, nu voor de vierde keer georganiseerd door de kunstenaars uit dit atelierpand zelf: een bezoek aan de vijfentwintig ateliers kon gecombineerd worden met het bekijken van een tentoonstelling van twintig gastkunstenaars die een behoorlijke presentatieplek hadden gekregen in gangen en trappenhuizen. Nieuw in de Art Week was De Kunstparade, een dagelijks programma in het nieuwe kunstenpand aan de Koningsveldestraat in Noord. In dat pand zitten voornamelijk ateliers, maar huisbaas Stichting Kunstaccommodatie wilde in dit nieuwe pand, een oude school, meer levendigheid op de begane grond dan gebruikelijk in een atelierpand waar de kunstenaars zich in hun ateliers afsluiten van de buitenwereld. Daar zorgt Galerie Untitled van fotograaf en galeriehouder Lenny Oosterwijk nu voor, een galerist die vier dagen lang een interessant programma in elkaar had gestoken met muziek, artist talks, sprekers en kunstveilingen. Ik hoorde er Ntjam Rosie zingen en Elfie Tromp spreken. Lenny Oosterwijk presenteert in dit pand ook buiten de Art Week maandelijks een programma op zondagmiddagen. Ga er een keer heen, dit programma is een aanwinst voor Rotterdam.

Ook de Rotterdamse Schouwburg, onder de nieuwe naam Theater Rotterdam, deed weer mee met de Art Week, onder andere met de Grote Kunstshow die deze keer werd gepresenteerd door Joep van Lieshout. Mij ging een video-installatie elders in de schouwburg door merg en been. In deze installatie stond de bezoeker gedurende tien minuten moederziel alleen in een lege zaal met een groot scherm tegen de achterwand. Met dat scherm stond ik live in direct contact met een zo te zien Zuidoost-Aziatische vrouw die tussen luidruchtige weefmachines stond in een enorm grote textielproductiehal. De vrouw reageerde op mijn bewegingen, op mijn gezichtsuitdrukkingen; ze nodigde me ten slotte uit om vlak naast haar op de vloer te komen liggen, dicht tegen het scherm aan. Guilty Landscapes heet deze installatie van kunstenaar Dries Verhoeven; de installatie ‘brengt de werkelijkheid van ongemakkelijke nieuwsbeelden binnen’ en ‘daagt gevoelens uit van verantwoordelijkheid, schuld en schaamte’. Ik wist tevoren niet wat me te wachten stond en ik was een paar uur later nog onder de indruk van dit onverwachte en indringende contact met een onbekende Aziatische vrouw ergens in een textielfabriek aan de andere kant van de wereld.

In de hal van station Rotterdam Centraal, begin of eindpunt voor publiek dat met het openbaar vervoer naar de Art Week reisde, werd men ontvangen met de video-installatie Plot Point van de Belgische kunstenaar Nicolas Provost, een mooie introductie op de grote stad. Gedurende een kwartier laat deze film, opgenomen in de straten van Manhatten, geleidelijk steeds meer beveiligers, brandweermannen en politieagenten tussen de passanten opduiken, met als flitsende finale een parade van tientallen politiewagens. De film is uit 2007 en dat kon je mooi dateren aan de hand van het type ouderwetse mobiele telefoons dat de agenten en beveiligers hanteren. Een belangrijk uitgangspunt voor Provost bij het maken van deze film is de vraag ‘hoe vertel je verhalen over de grote stad?’ Goed geselecteerd dus voor deze plek, waar je aan het begin of het eind staat van een tocht door de grote stad Rotterdam.

Als je op die tocht langs de Vierhavensstraat kwam kon je in het zogenoemde HAKA-gebouw de designbeurs Object bezoeken. Die locatie was nieuw voor Object. Deze beurs was de afgelopen paar jaar immers te zien op Katendrecht, in het ss Rotterdam. Dat schip, met z’n prachtige jaren vijftig interieurs, heeft wel een dwingende architectuur en veel Object-handelaren en vormgevers die ik dit jaar sprak waren blij met de nieuwe locatie. Het HAKA-gebouw aan de Vierhavenstraat is een opvallend modernistisch gebouw tegenover het Dakpark, een voormalig inpakfabriek voor koffie, thee en andere grootgrutterswaren, ontworpen door architect Mertens, opgeleverd in 1932 en enigszins geïnspireerd door de Van Nellefabriek. De vier grote, kale betonnen vloeren die dit jaar voor Object beschikbaar waren zijn in hun huidige vorm inderdaad veel minder dwingend dan de soms wat geagiteerde binnenhuisarchitectuur van het ss Rotterdam. Tegen kale betonnen kolommen en muren komt praktisch ieder voorwerp wel aardig tot zijn recht. De aangenaam ruimtelijke werking van het HAKA-gebouw vond ik voor Object een verrijking.

Object is een leuke beurs met een goede afwisseling van grote namen en beginnende, net afgestuurde vormgevers. Een beurs voor zowel relatief grote industrieën als individuele ontwerpers en kunstenaars. Omdat die laatsten ook daadwerkelijk in de nabijheid van hun spullen staan is persoonlijk contact tussen de beursbezoeker en de ontwerper makkelijk. Object is niet een beurs voor de wereldtop op designgebied, wel een sympathieke beurs waar het actuele ontwerp centraal staat. Het HAKA-gebouw zou door een nieuwe eigenaar na deze presentatie weer eens stevig aangepakt gaan worden, de presentatie daar was eenmalig, benieuwd dus waar Object volgend jaar neerstrijkt.

Als je in het HAKA-gebouw was uitgekeken waren er nog enkele activiteiten in de directe omgeving, het gebied Merwehaven-Vierhavens. Atelier Van Lieshout had deze keer een meer overtuigende presentatie dan vorig jaar. De typische Van Lieshout- agressie kreeg nu vorm in video’s waarin veel werd gekraakt, geplet en geperst. De soep die werd geserveerd in de door hartelijke vrijwilligers gerunde Voedseltuin Rotterdam, op hun tuincomplex tussen Keileweg en Keilestraat, smaakte daarna in de winterse februari-kou uitstekend. •

Misschien vind je dit ook leuk